top of page
 
Brief no. 2 

 

Crevenish 2 mei 1968 - De lampen in vuur gezet

 

Maandagavond. De lampen in vuur gezet en jouw heerlijke brief 2 keer gelezen en nu eerst netjes antwoorden op jouw vragen.

 

Nee, het is niet kouder dan vorig jaar, alleen ìk ben weker. Mary Fadden is erg lief en zorgzaam en wordt nog steeds als een hond behandeld. Tanny kan niet meer lopen zonder hulp van een stalen frame. Mijn boot ligt nog hoog op het strand en is natuurlijk nog steeds lek, maar na reparatie zal haar kleur vanzelfsprekend rood-wit worden, de Faddenkleuren en Petey heb ik alvast een stel nieuwe riemen laten maken.

 

Ik vind het zo fijn dat jij en Piep het samen zo goed hebben, en Linssen is ook een engel.

 

Teken het ‘boeket’ eens. Zou je niet meteen op het ware formaat beginnen, dat helpt of ben je er al aan bezig?

 

De stoel op de verre punt is weer intact en ik zit er nu te schrijven. Heb het geweer bij me, miste op de heenweg een jonge haas, dezelfde als 2 weken geleden. Het is half 10 ’s avonds, er is een beetje wind en Sam snuffelt nog onrustig rond na het schot. Voor mij staat een muur van violet water onderbroken door de gitzwarte kreeftenpoot van Dorinish en daarboven torent als een kasteel Clare Island uit en beneden me zwemt werkelijk een zeehond, Sam blaft en met een plons duikt ie onder, komt weer boven en staart me aan. Nog nooit zo dichtbij gezien. Weg nu. Rechts van me op Inishlyre hoor ik kinderen spelen en links liggen de beeldschone eilanden in roerloze stilte. Over het hele landschap loopt een streep rood licht die de grijzen doorschijnend maakt en de eilanden los van het water.

 

Ik moet denken over mijn werk en zakkerig schrijven dat het niet zo best gaat.

 

Lees (omdat het mooi Engels is en echte verhalen) veel Somerset Maugham. Hij vertelde een verhaal over ’n man die 15 jaar op een eiland in de stille Zuidzee woonde en dezelfde botte materialist bleef die hij altijd geweest was, zonder gevoel of relatie met de natuur. Zo voel ik me nu ook.

 

Mijn werk is zinloos gebaren, het schilderij behagelijk of zoals jij zegt: ‘theemutserig’, het schilderij is uiterlijke behaagzucht, tonen wat je in je mars hebt. 4 Dagen heb ik in uiterste concentratie aan een ‘liggend naakt’ gewerkt. Bewarend wat knap was, geheimzinnigheid, spanning in grijzen en ja hoor, ik heb mezelf bewezen, dat ik het kan of bijna kan, een lekker schilderij maken en gelukkig is het weg. En plotseling zag ik, wat ik ondanks dat ‘naakt’, aan het doen ben. Ik probeer zwart en wit tot harmonie te brengen; tegen elkaar te plaatsen, ik wil een schilderij, uitsluitend voor mezelf, (alle ‘theemutsen’ kunnen me de bout hakkelen) tot volmaakte stilte brengen. Ademloos. Och god, ik ben zo sterk als een paard, voel me ook zo en bonk met mijn kop tegen de muur. Maar godverdomme, het komt er. Totdat ik twee grijzen vind die zó transparant zijn dat het lukt.

 

Vandaag, na het ‘naakt’, een groot doek van 150x150 in tweeën verdeeld. 2 Tonen grijs, ’n honderdste verschil tussen beiden, maar het is het nèt niet. Omdat het nog niet uit mijn donder komt. Je kunt in een vlak spanning en rust b.v. 1/3 en 2/3 tot elkaar plaatsen, als het goed van kleur is, heb je een lekker schilderij, dat is een recept (Barrie Cooke doet het), maar het heeft niets met noodzaak van doen.

 

Zo gauw als ik deze eilanden begrepen heb, zal ik dat ‘naakt’ kunnen maken en zal ik vrij zijn, vrij van Pa Rovers en vrij van mijn eigen behagelijke ‘theemutserij’.

 

Het wordt koud, voel een beetje zwaar in het hoofd, beetje koorts. We gaan naar het warme lichte huis met de rode vloer, kop thee en dan naar bed.

 

Nu thuis en lees het na. Geloof niet dat ik je overbreng wat ik bedoel, maar ik ben ook geen woordenman. Ik zal het wel maken. Het enige waar ik in al deze haast op af raas is het besef van de zinloosheid van een schilderij, oftewel de onbruikbaarheid ervan. En dat hebben anderen reeds uitgevonden. De haast voor en de angst tot, ach lamar……… Ik hoop dat jij je fijn voelt en dat Piep lief voor je is en dat jij fijn werkt.

 

Heb Paddy gevraagd wat het huis op Crevenish moet kosten. Het kan, in verband met het bouwen van de Beatles op Dorinish, een goede geldbelegging zijn en daarbij zou ik het toch wel héél fijn vinden dit stukkie land helemaal van mij te weten. Per slot heb ik geen eigen huis om te wonen, ben afhankelijk van Lisman en van jou. Hoop dat hij niet te duur is.

 

Kreeg een brief van Joanna Bijlsma, waarin ze mij de komst van Owen Davis aankondigt. Een Engelse dichter die ik 3 jaar geleden in Zuid Engeland ontmoette. Ze schrijft, dat hij op de vlucht is voor zijn huwelijk en zijn onvrede, (stom, want hij neemt zichzelf mee) en dat zijn vrouw een week bij haar in Wintelre heeft uitgehuild. Die vrouw, Maureen, is nu in Griekenland en hij onderweg naar mij. Hij zag er toen uit als een albino, schreef (volgens mij) iets meer dan middelmatige gedichten, was aardig, bohémiènerig, dichterig en verder weet ik het niet meer, want ik heb hem maar een avond ontmoet en we hebben te weinig woorden gewisseld. Misschien kan ik een portret van hem maken.

 

Sorry meissie, dat mijn laatste brieven zo donderen, maar het is een rare spanning die ik moet verwerken. Zou graag schrijven als het suizen van mijn lamp, licht, onmerkbaar en slaapverwekkend. Daaaaag, sluimer zacht (het kleine schilderijtje van het namaakhaasje leeft nog, zal het niet schieten, want ik vind het te lief, lief.) Oh ja, zie en hoor weer overal muizen, heb er gisteren geloof ik eentje (de enige?) definitief opgesloten, hij had al mijn kroepoek opgevreten.

 

Dinsdag. Dit ‘zittende naakt’ opnieuw gemaakt en met een beetje geluk zit er een schilderij in. Eindeloos zoeken naar de plaats van de vlakken. Laat het licht wisselen en laat het gezicht wisselen. Het naakt is een paar tonen donkerder dan wit en als ik het morgen niet in een vlaag van verstandsverbijstering mol, blijft het zoals het nu is. Meissie, het is nu half 9. Moet weg van dat schilderij, sta er om de 5 minuten voor, doe ’n veegje, laat ’n veegje. Zal even de boot pakken en in Fitz’ een biertje gaan drinken. Misschien slaap ik dan, afgelopen nacht was het 4 uur voordat ik als een gespannen veer insliep. Daaag, hoop dat ik je een volgende vrolijke nieuwschilderijbrief kan schrijven.

 

Veel liefs RON.

 

bottom of page