top of page
 
Brief no. 1 

 

Crevenish 1968, vrijdagavond 8.30

 

Hetwelk zal verhalen over de maan en het water, het vuur en het licht, leven en dood, benevens al de gebeurtenissen, dewelke de Heer van Crevenish ervoer op zijn reis naar het ver-op-ge-borgen huis.

 

Lieve Jorien! 4 Lampen suizen, in de haard brandt een vuur van bijna een meter breedte, een bleke volle maan staat aan een nog heldere hemel, de koude wind dondert rond, het tij gaat uit, het huis is opnieuw geschilderd, schoon en uitgerust met de nieuwste snufjes op huishoudelijk gebied. Nee, dit Don Quichotte –achtige geschrijf hou ik toch niet vol.

 

Goed, ik zal met woensdagmorgen beginnen. Er lag een decimeter sneeuw op het autootje toen ik vertrok, ’t was guur koud. Het Eendje tot op het laatste plekkie volgestouwd, en we dachten nog wel dat ik zo weinig mee zou nemen. Met de wind recht op kop, verliet ik Maarssen en was om + l2 uur in Oostende, de zon scheen, de wind kalmer, de overtocht duurde een eeuw. De Engelse douane was vriendelijk, en om 6 uur ‘s avonds kon ik aan de rit door Engeland beginnen. Vlak voor Londen dacht ik slim te zijn en the South Circular Road te nemen en zo dus de stad te ontwijken. Dat heb ik geweten, er kwam geen einde aan! Om 8 uur gestopt in een buitenwijk van Londen en bed & breakfast gezocht. Voor f.12, 50 vieze lakens, ongezellig, geen verwarming, toch geslapen en ‘s morgens om kwart over 8 weer op stap, midden in het Londense spitsuur. Hield met grote moeite het autootje aan de praat, want steeds als ik af moest remmen wilde de motor afslaan. Enige lelijke woorden aan het adres van garage Broedelet. Eindelijk de M5, de grote 6-baansautoweg naar the West. Nu knorden we 110, zag weinig, reed alleen maar auto en was op 10 over 5 in Fishguard. Reed zo scherp als ik durfde, omdat ik meende dat het bookingoffice om 5 uur zou sluiten. Gelukkig waren er nog mensen aanwezig, geen schip vandaag, maar morgen. En zonder bezwaar boekten ze me voor vrijdag 2 uur. Erg vriendelijk en hoffelijk. Groot verschil met Holyhead, waar ik anders oversteek. Nog steeds woei het hard en koud. Bed & Breakfast in familiepension, oma maakte ook nog een dinner voor me klaar, en heel moe, rond, tevreden met een slokkie om 9 uur slapen. Op de terugweg ga ik er weer slapen, lieve mensen.

 

‘s Morgens, na een uitgebreid ontbijt, was ik om half 12 als eerste bij de boot. Don Quichotte op het stuur, radio aan, zonnetje naar binnen, kaartjes op zak. Erg prettig. Om 2 uur was de boot afgeladen vol en weer een eindeloos durende oversteek. Om half 6 meerden we in Rosslare harbour af. Oh, had ik maar meer tabak en drank meegenomen, want de enige vraag die de douane me stelde had te maken met mond- en klauwzeer. De auto werd gedesinfecteerd en ik mocht doorrijden. Wilde voor het donker bij Sonja en Barry Cooke zijn. Full speed.

 

8 Uur Thomastown, niemand thuis bij Cooke. In het dorp kon ik geen bed & breakfast krijgen, te vroeg in het seizoen, maar na het noemen van Barrie Cooke’s naam maakte de kruideniersvrouw, met duidelijke tegenzin, een bed op. Koud, onvriendelijk, slechte kamer. At een droog broodje en liep nog even naar het huis van S en B. Zag licht branden, klopte net zolang tot er werd opengedaan door een zieke Barrie in kamerjas, en Sonja was in de tuin aan het werk, ze waren steeds thuis geweest maar hadden niets gehoord. Vlug de kamer in het dorp afgezegd, en een middlin gezellige avond daar doorgebracht. Kan niet zo goed met ze. Geloof niet erg in zijn werk, en ze voelen zich, misschien zonder te beseffen, nogal superieur. Volgende maand heeft hij een grote tentoonstelling in Dublin. Hij zal me een uitnodiging sturen. Het was 1 uur voor we naar bed gingen.

 

Zaterdagmorgen, warme zon, serie foto’s gemaakt van hun kind, (Soibhan.) Zij heeft zulke indringende ogen, dat ik me geneerde het fototoestel op haar te richten. Wel erg mooi. Was 15 km op weg toen ik merkte dat ik mijn gloednieuwe overjas vergeten was. Terug. Het huis binnengegaan, jas gepakt, ze waren in de tuin bezig en hoorden me niet, vond het best. Nu òp naar Carraholly !

 

‘t Was 12 uur toen ik Thomastown verliet, het land was mooi, soms witte sneeuwvelden, zwarte bomen zonder blaren, plotseling een hele vroege bloesem, rood omgeploegd land, en om 5 uur in Carraholly. Mary was thuis en erg blij verrast. Paddy en de jongens op het veld aan het ploegen and ‘they were really delighted to see me’. Werkelijk blij, geen spoor van de oude troubles. Paddy kwam met whiskey, om kort te gaan, iedereen was blij, heb vele handen geschud en vooral Hubert was erg verheugd He said: ‘I’m proud you ‘re back'. 'Really’, he said to Paddy, ‘I’m much more proud than he was one of my own’.

 

Gesprek van de dag is Billy Jeffrys de vuurtorenman van Inishgort, hij is erg ziek en ligt op sterven. Dat was zaterdag en zondag.

Zondagmorgen laadde ik op mijn eentje (de Faddens waren naar de kerk) de boot vol met materiaal en toen Paddy terugkwam roeiden we samen naar Crevenish. Het huis zag eruit! Vooral het atelier. Vochtig, vuile muren, alle zeewieren beschimmeld en vol stof. Spullen uitgeladen en onmiddellijk (na een half uur) terug naar de vaste wal. Was er alleen maar even om te ruiken.

 

Ja, ‘s avonds gezellig samen naar Fitzgerald’s. Je weet wel, die kleine pub in Kilmeena richting Newport. Opnieuw tientallen bekenden.

 

Maandagmorgen verf en levensmiddelen gehaald. Maandagavond was ik al aan het schilderen. Eerste nacht op het eiland, eiland rondgegaan. Naddy is erg tam, kan bijna niet lopen met zulke hoeven, maar wel om brood schooien. Er is nog weinig gras.

 

Dinsdag, woensdag. Als een gek nog meer materiaal naar het eiland gesjouwd, geschilderd, gedweild, linoleum gelegd in de keuken en in de hall, mijn hele lijf deed pijn, mijn voeten beurs van het heen en weer rennen door de rotsen en woensdagavond stierf Billy Jeffrys.

Donderdagavond om 5 uur brachten we hem van Castlebar, hij lag daar opgebaard in de morgue van het ziekenhuis, naar Kilmeena (zijn parochie), waar hij begraven zal worden. En nog nooit zag ik zoiets. Misschien herinner jij je een van de foto’s, rechts Tommy Gibbons, links Martin en in het midden een manneke met grote flaporen, precies in het tegenlicht, dàt is Billy Jeffrys. Zal een schilderij maken van hem in zijn kist. Was erg ontroerd, hoewel ik hem toch niet goed kende. Vrouwen en mannen kusten zijn geelwitte schedeltje, kusten zijn dode lippen, pakten zijn voor het eerst goed gewassen klauwtjes vast en brachten de rozenkrans in wanorde. Een jongen in een wit jasje dekte hem toe, sloot de kist en kneep met dezelfde handen een van zijn vele puistjes uit. Tommy, Paddy, Mazy, Kathy, Gibbons van Inishlyre kwamen met dezelfde handen waarmee ze een seconde geleden de dode Billy Jeffrys geaaid hadden mij begroeten. En toen werd er gedronken en nog meer gedronken en om 9 uur bracht ik een oude man naar zijn boot, te lam om te praten of te lopen, het enige dat hij nog kon was een roeibeweging maken. En werkelijk, weliswaar heel langzaam maar zeker roeide hij weg richting Inishgort, met ongeveer een half uur stevig roeien voor de boeg. Het tij ging uit, de wind was gaan liggen en na een kop thee bij Fadden kon ik inlopen.

 

Vandaag Billy echt begraven. Zag de kist zakken en onderwijl trokken twee mannen hun jasjes uit, spuwden in hun handen en het gat werd vol grond gegooid. Weet niet hoe het te vertellen, maar het is zo simpel en doodeerlijk: zand erover en klaar is kees. Anderhalve meter grond, wat hooi, dan stink je niet en als je de pest of cholera had, kan die er ook niet meer uit.

 

Nooit zag je een maan zo schijnen als vannacht. Zilverwit, vol, stil, je zou zo naar buiten willen maar het is intens koud.

 

Zaterdagmorgen nu, de wind is gaan liggen en de zon breekt door. Vandaag en morgen is het springvloed, bij eb dus een van de grootste stranden van het jaar. Verwacht de Faddens om kreeften te vangen. Daarna zullen we, omdat het Paaszaterdag is, in Westport een glas bier gaan drinken.

 

Heb zin om aan het werk te gaan, het atelier is wit en ruim en ik had vorig jaar erg veel olieverf achtergelaten. Voel me fijn in het huis, het is me niet vreemd meer, soms geniet ik zo van de stilte dat ik nauwelijks durf te slikken.

 

Er zijn nog maar 7 schapen op het eiland, de ram is gestorven en Sam kwam al de 2e dag om eten schooien, hij is zo verschrikkelijk mager dat ik angst had hem een volle portie te geven. Ze verzorgen hun dieren slecht, zelfs de kippen leggen niet. Paddy Reilly zegt dat het komt doordat ze slecht gevoerd worden. Krijg van hem een paar kippen en een van de katten.

 

De Faddens zijn onverbeterlijke vuillakken, in de badkamer en op het toilet groeit bijna onkruid in de schimmel, zo zal het ook met hun lijven zijn.

 

Zou jij Frans willen vragen een serie foto’s van het beeld (Liesje) voor mijn vader af te drukken en ook mijn laatste filmrolletje? Er staan dingen op die ik gebruiken wil. En als het kan, een stuk oudbelegen Holl. Kaas sturen, want de kaas hier is niet te vreten.

Geef Piep een bot, zeg dag tegen Pieuw, Bartje en ook maar Pako, zeg liefs tegen jezelf en dat je fijne beelden kunt maken.

 

Daaaag, Jorientje, liefs van mij.

bottom of page