top of page
 
Brief no. 6   

 

Crevenish 1967 - "t is bijna nacht 

 

Lieve Jorien, het is bijna nacht, mijn petroleumlampen suizen. De springvloed trekt zich langzaam terug en de tientallen rotsen komen te voorschijn, mijn rijk raakt weer kompleet. Doodstil is het en ik hoop op veel regen vannacht, want mijn trotse was hangt op de struiken en in de boom op een spoelbeurt te wachten. Al mijn vuren branden, heb hard gewerkt vandaag en ik stuur jou een kreupele ongeïnspireerde brief.

 

Ik zou hier bijna volmaakt gelukkig kunnen zijn als ik maar wat meevallers had in mijn werk. Er rest me nog weinig tijd en dat geeft me een extra machteloos gevoel. Denk aan de prachtige uitgebalanceerde ‘naakten’ van Ingres. ’n Jaar of 2 geleden heb ik mezelf gezegd dat door mijn hele werk ‘witte naakten’ zouden lopen en steeds blijkt dat weer. Al zou ik gitzwart beginnen!

 

Heb een tijdlang op mijn stoel aan het uiteinde van mijn eiland gezeten en om met Toon Herm…te spreken; ‘ik kan daar zoo mooi denken’, maar het opschrijven is een andere zaak. Het is daar goed toeven, de andere eilanden gaan zweven en het vaste land verdwijnt in honderden grijzen, dan loop ik met een kroon en blikker mijn gouden tanden. Daaag, zie maar of je er iets aan vindt.

Geen beste brief, deze! 17 Mei.

 

Portret geschilderd van een 100 jarige vrouw die ik gisteren op de 'Station' weer ontmoette (Feestdag op het buureiland) en ik denk dat ik het maar zo laat. Een echte baas met een vogelkoppie onder een grote zwarte hoed met veer, oplettend, schichtig, halfblind en achterdochtig, klaar om af te snauwen, piekfijn uitgedost in een gitzwarte jas met witkanten kraag en mouwtjes. Schrijf morgen verder, ben te moe.

 

Gisteren lazerus geworden en voor straf vanmorgen om 5 uur op. Zag een prachtige vos die van de kippen terugkwam.

 

Heb je fijne brief gekregen, succes met je Rector! Doet me goed te weten dat jullie drieën heerlijk op de boerderij rondklungelen. Toch lijkt het me ver weg, omdat ik me zo fixeer op dat werk, dat ik steeds vol verwachting begin om iedere keer weer zo hard neer te kletteren op de aarde dat ik denk nooit meer op te kunnen staan. Juist ja, goed geraden, het schilderij van gisteren is weer eens naar de knoppen. Mag het niet schrijven, maar waan-hoop, heb geen vooruitzichten, wanhoop, alle getheoretiseer is voos en helpt niet. Gaat niet, ben nu al dagen concentratie en aandacht kwijt, het zit verschrikkelijk tegen en ik vraag me af of ik hier ooit nog een schilderij zal maken. Bijna ondraaglijke spanningen, voel me eenzaam en leeg en zie geen kans aan mezelf en mijn onkunde te ontkomen. Zal schrijven als het onweer voorbij is en het beter gaat. Schuilen doe je toch alleen. Dag Ron.

 

23 mei. Hoy Jorien, poeh niet mis dat bovenstaande, het was in ieder geval een beetje vervelend. Ben verstandig geweest, heb het autootje gepakt en 3 dagen in Kilkenny bij Sonja en Barrie doorgebracht en, ondanks tegenstrijdige gevoelens over ze, ben ik opgeknapt, zit hartstikke vol met schilderijen en zelfvertrouwen. Was toch heerlijk even Nederlands te kunnen praten.

 

Barrie blijkt een harde werker, intelligent en nog steeds een echte schilder (penselen, doeken.) Werd op de hoogte gesteld van de allerjongste ontwikkelingen in Amerika, er worden daar bijzondere dingen gemaakt. Zag voor het eerst in een boek werk van Francis Bacon, huiveringwekkend en onontkoombaar. En toch ga ik doodgewoon door met proberen een ‘goed schilderij’ te maken.

Ontmoette in Kilkenny ene Greta ten Holt die in Dublin een expositie Nederl. gouaches en grafiek gemaakt heeft en die hebben we gisteren, samen met haar man, bekeken.

 

Ben nu heerlijk terug in mijn eilandenrijk, het weer is honds, donder, storm, tonnen water en daarin een kerel in regenkleding, met sou’wester, baard en snor die heel teder zijn katje loopt te roepen. Voor ik wegging liet ik haar voor het eerst buiten en sindsdien niet meer gezien. Verdomme, ik vond d’r aardig en wil niet dat ze dood is.

 

Jorientje, ga je lekker? Is je Rector ‘afgemaakt’? Wil nog niet over werk schrijven, ben bang het door woorden kapot te maken. Zal elke dag wat schrijven. Wil je me nog wat Russen opsturen? Daaag, heel veel liefs voor je, Ron.

 

Woensdag. Enveloppe weer opengemaakt, want ik kreeg je brief en dan moet ik schrijven. Kan je niet zeggen hoe fijn ik jouw brieven vind.

 

Spanningen barsten uit mijn kop en kan geen woord vinden, nooit gerealiseerd dat pa werkelijk oud wordt, waarom een geleidelijke teloorgang, verschrikkelijk. Met druppeltjes water het vuur doven. Misschien heb ik ooit oppervlakkig over dood nagedacht, maar over oud worden nog nooit.

 

Volop lente in je brief, het lijkt of bij jullie iedere dag de zon schijnt en het loom en zoel weer is, waarin jullie gewichtloos en glimlachend op de boerderij spelen. Wil ik erbij zijn? Las enkele weken geleden over ‘Be – in’s’ in Londen (Vrij Nederland), jongelui bij elkaar, luisterend naar muziek, dansend, elkaar cadeautjes gevend, ’n bloem, chocola, ’n kus. Vindt dat erg mooi. Kruisteken van Linssen, een gedicht schrijven, je hebt geen idee hoe diep intens gelovig ik ooit geweest ben, je lekker innig verbonden te voelen met ……………….(mag Joost weten.)

 

Mijn Maarssense werk is echt, heeft erg veel te maken met jou en mij. Toen ik het schilderij, waar jij over schrijft, maakte, het hangt nu bij mijn ouders, dacht ik een levenswerk gemaakt te hebben. Fijn dat je er aan terug denkt. Bij god, ik word sentimenteel.

 

Zoals jij schreef over het bezoek van je moeder en oom Ab, kreeg ik ook plotseling bezoek. Was aan het werk, volop geconcentreerd, af en toe ‘geniaal’ mompelend, tot ik, eigenlijk onderbewust, Nederlands hoorde praten, keek op en zag 2 mensen op het nippertje door de passage waden. Het bleken Maria van Kesteren, een Nederlandse houtbewerkster en haar broer. Zij werkt samen met Sonja Landweer op het Design Centre Kilkenny. Ik moest zo abrupt omschakelen, dat mijn spraakorgaan moeizaam en hortend op gang kwam. 2 à 3 Uur visite. Geen enkele indruk achtergelaten. Weet je dat ik altijd moet vegen na bezoek, niet alleen hier, altijd, een ritueel; ‘wil het bezoek afscheid nemen’!

 

De springvloed staat weer tot boven aan het trapje, gelukkig waait het niet, rotsen en strand zijn verdwenen, Binnen hoor ik buiten het water klotsen, ik alleen op één eiland in totale isolatie, vind ik fijn.

 

Sam is overgezwommen en ik heb ondanks zijn aandoenlijke uiterlijk een hekel aan hem, hij is kruiperig en dom. Heb mijn tocht over het eiland weer gemaakt en de kat gezocht, geen spoor, wel stuiven de schapen voor me uiteen, de zwaluwen scheren als projectielen rakelings over mijn hoofd en bij deze overdadige regen doe ik de was. Heb vlees buiten gelegd en zand erom heen gestrooid, zodat ik aan de sporen kan zien welk beest het dan opeet, als ons poesie dood is

 

Kan niet goed schrijven hoe het werkelijk is, mijn werk, mijzelve. Groot ‘liggend naakt’ opgezet vandaag, 110x150, vreemd genoeg kan ik in een tekening meer en ben ik vrijer dan in een schilderij.

Verwonder me dat Anton en Twiste-laar (net ’n hamster met een stropdas) ook op de boerderij waren, denk dat er veel veranderd is. Zijn mijn tekeningen er nog? Wens Linssen veel goeds, zou hem moeten schrijven, maar dat doe ik aan jou en niemand anders.

 

Het zal nu wel stikdonkere nacht zijn, breng morgenvroeg even de familie naar de kerk (wat voor feestdag het is, weet ik niet, ze hebben honderden van die katholieke vreugdedagen.) Maak mijn was af en mijn dag, slaap lekker.

 

bottom of page