top of page
 
Brief no. 5   

 

Crevenish, dinsdagavond 1967 - Even jou schrijven

 

 

Ben zo moe als een hond.

Donderdagavond. Opening expositie Barry Cooke, vervelend. En hij niet zo’n slechte schilder, maar wel zonder dubbele bodem, oppervlakkig, soms mooi van kleur, soms goed van compositie en soms aardig. De opening vervelend en dezelfde avond was ik weer thuis. Twee keer op een dag dwars door Ierland.

 

Heb vrijdag gerust, zaterdag gewerkt zonder resultaat en ‘s avonds veel geld uitgegeven. Ook in Dublin voor f.100.- koffie en levensmiddelen ingeslagen. Het vliegt er uit.

 

Jouw treurige bui van het weekend zal wel over zijn, hè? En ik ben nog treurig over Linssen. Blijkt steeds weer dat we niet met iedereen kunnen leven. We stellen ons teveel bloot als we mensen ontmoeten. Och laat ze allemaal maar meissie en werk lekker.

 

Zondag gewerkt. Steeds aan hetzelfde ‘naakt’, lag om 9 uur in bed. Geen kolen meer en er woei een noordwester windkracht 10, door merg en been.

 

Maandag. Nog steeds W.K. 10 Er zouden kolen gebracht worden in Carraholly. De boot uitgeduwd en naar Carraholly geroeid. Geen kolen! Op hoge poten naar de kolenboer, 1 zak meegenomen en hoe ik teruggeroeid ben weet ik niet meer. Weet nu het gevoel van schipbreukelingen in een sloep die alle kracht weggeroeid hebben en zich overlaten aan de golven.

 

Net was ik binnen of er staat bezoek op het eiland: Sonja en Barrie Cooke. Ik heb weinig met ze te maken. Gelukkig is er veel te doen op het eiland, dus hadden wij bijna geen pijnlijke stiltes. Om half 6 gingen ze weg. De boot sloeg lek door de storm, improvisatorisch gedicht en geland op de dichtstbijzijnde punt, het was bijna laag water. Boodschappen in de stad en met Paddy een stevige wiskhey en om 9 uur weer in bed. De hele dag niet gegeten en was uitgeteld.

 

Slapen is trouwens gek. Zondagavond in die kou werd mijn lichaam als van lood en nam ongelofelijke proporties aan, mijn hoofd en kaak 2 vierkante blokken, liggend in een immense ruimte. Volkomen vastgekluisterd en verloren. Kon zelfs mijn ogen niet dicht doen, want dan werd de druk van buitenaf te zwaar.

 

Vanmorgen om 9 uur stond ik al achter de ezel. Wilde een ‘omhelzing’ maken. Hij hangt nu, maar ik denk niet voor lang. Ben ik misschien toch een beetje onder de invloed van B.C.’s tentoonstelling? Vind mezelf te zwaar op de hand, als een man van 50 zonder gein. Wil kleur terugvinden. Mijn ‘naakt’ is vandaag een stap vooruit gegaan, een ‘stilleven met haas, kreeft en namaakhaas’ opgezet, en de grote was gedaan. De haas die ik zondag geschoten had, (zo groot als een kalf) gevild en ondertussen waren Paddy en Joseph de boot aan het repareren. Hij ligt nu voor het huis en morgenavond ga ik ‘m fijn schilderen en nou gaan we fijn slapen. Kus.

Daag.

 

Woensdag. Even. Gewerkt als een ezel, maar ook geen stap vooruit. Kan mijn vlak niet vullen. Zie niks en werk me kapot. Geen tijd om te ademen. Vanavond is er heel kort een strand, ga er even uit. De twee ‘naakten’ zijn van de baan, kom er niet uit, heb er geen contact mee en ze kosten mij kilo’s verf.

 

Donderdag. Alles goed met jullie? Is de deel vol met beelden? Ik was gisteren lichamelijk ziek van het werk, koortsachtig, oververmoeid.

Vandaag rust. Hout voor spieramen gekocht en foto’s laten maken. De politie heeft er vijf nodig. Lachte me dood. Fotomakerij uit het begin van deze eeuw. Donker hol van een winkel. De fotograaf met rafels wilde eerst een afspraak maken, want foto’s maken gaat niet zomaar een twee drie. Over een uur terugkomen. Toen had zich mentaal voorbereid om de grote sprong te wagen. We liepen door een labyrint van gangen, kamertjes met de geur van oude aardappels en kwamen in de tuin met wat bouwvallige schuren en helemaal bij de achterste wrikte hij een deur open en betraden wij zijn studio.

Zijn Rolleicordje bungelde ondertussen als bij een toerist in een leren tasje aan zijn pols. De studio met bovenlicht en tientallen lappen en lapjes, zwart en wit, om het licht te temperen. Een wrakke stoel voor de klant met een afgebladderde muur als achtergrond. Net had hij de belichtingstijd genomen of daar begon potdomme de zon te schijnen.‘Even wachten’ zei hij. Maar de zon bleef schijnen en onze fotograaf rukte de deur open om te zien of er al een wolk aan kwam. Nog niet. Ondertussen zat ik als een standbeeld, want als die wolk zou komen moest alles gereed zijn. En hij kwam. Knip, knip. Of ik zaterdag even wil komen informeren of er niets is mis gegaan, dan zouden ze de donderdag daarop klaar zijn. Dit is dè fotostudio van Westport.

 

Prachtige vierkante doeken gemaakt. Heerlijk haas en zuurkool gegeten. Vroeg naar bed, want ik heb een beeldschoon schilderij in mijn hoofd voor morgen. Zou zo graag willen dat het even mee zit, maar dat kan ik me niet voorstellen. Het weer is ook zo donders slecht dat ik bijna niet buiten kom om me vol te zuigen aan de eilanden.

 

De tuin is klaar. Ik heb veel worteltjes, sla, andijvie, radijs, uien, aardappelen, zoete erwtjes en een macht bloemen en peterselie gezaaid. Daag, slaap lekker.

 

Geloof niet dat ik ooit zo fretachtig gewerkt heb. Bijt me vast op die dolle hond, hij doet alles om me af te werpen. Ik gebruik alle oude knepen van het vak, maar krijg het niet te pakken. The only thing to do now is to get stonedrunk, but I cannot afford it.

 

Het is vrijdag nu. Weer om 9 uur aan het werk. Ik wilde een dubbelportret schilderen van 2 mensen in het atelier. Sonja en Barry Cooke zagen er zo beestachtig mooi uit, hij met een vuurrode gebreide muts op, bijna geen gezicht, lange zwarte oliejas en lieslaarzen, zij een crèmewitte jas, ook met grote lieslaarzen. Het schilderij werd verpest door twee bijna te sterk gelijkende portretten en de figuren stonden iets te groot in het vlak. Moet het morgen weer proberen. Ik stik van de ideeën, maar kan ze niet realiseren. Breng de verf te dik en te direct op en te onbesuisd. Heb mezelf een echte rustdag beloofd met boeken, potje bier en nieuw materiaal.

 

 

 

Rest van de brief verloren gegaan.

 

bottom of page