top of page
 
Brief no. 1   

 

Crevenish, vrijdag 1967 - Ze zeggen dat.

 

 

Hoy, Jorientje. Ze zeggen dat het huis op het eiland Crevenish het gezelligste en comfortabelste huis is van heel Carrowholly!

 

Ben je lekker aan het werk? Had nog niet eerder de gelegenheid je wat te schrijven, maar ik hoop het met deze brief goed te maken.

Woensdag voor Pasen vertrokken, 1 nacht in Londen bij Tim gelogeerd, 1 nacht niet geslapen en de 3e nacht als een koning uitgerust bij Barrie Cooke en Sonja Landweer. Die zijn ook een huis aan het opknappen zeg, formidabel. Maar de tweede keer dat ik zijn werk zag viel het toch door de mand op een enkel schilderij na, maar dat was minstens 10 jaar oud. Wat hij nu maakt is wel leuk, een beetje gezocht, maar het mist een paar ruggewervels. Na 5 zinnen geef ik al weer een mening ten beste, sorry.

 

Zaterdagmiddag voor Pasen kwam ik in Carrowholly aan en op maandagmorgen vertrokken we, Paddy, Joseph en ik, gewapend met mokers en zware zakken cement en kilo’s verf naar Crevenish. Het ruwe werk was in een week klaar en dan nog 2 weken voor het timmeren, ruitjes inzetten, linoleum leggen, oven plaatsen etc. Geld liep als zand door mijn handen. En nu: hè hè, het is klaar! Het is er warm en schoon, heb een prachtig atelier (alleen zit het licht een beetje verkeerd), woonkamer met grote open haard, kleine keuken (het watergescharrel is erg primitief) en een slaapkamer.

 

Gisteren voor het eerst geprobeerd een schilderijtje te maken en ik denk dat het, met wat geduld, hier wel zal lukken. Kan me nu nog niet helemaal concentreren, want dan moet er nog een stoel geschilderd worden en de kachel moet ook nog schoongemaakt, en ook nog even buiten zitten (2 dagen hebben we al hoogzomer, spiegelgladde zee.) De andere eilanden, ook het mijne, zijn nog dor en winters, er is in weken geen regen gevallen, enkel wat hagel en donderende winden. In deze 2 dagen beginnen de bomen, fuchsia, rozen, narcissen, knoflook (!), die ik doodgewaand had, tekenen van leven te vertonen. Het zal een welkomstgroet voor me zijn.

 

Doodstil is het nu, gladkalm. Gejank van een zeemeeuw en het geruis van mijn eigen oren. Gisteren zag ik een otter het water inschieten, nu heb ik 2 zwanen op bezoek, kreeft eet ik iedere dag en er zijn lammetjes op het eiland. Ongelofelijk wat hier allemaal gebeurt! Uren zit ik te kijken, zie iedere beweging, bij laag water op zoek naar wieren, kreeften, krabben, schrikken van bijna onzichtbare vis die voor je laarzen wegschiet, hout sprokkelen voor de haard. Al zou ik niet schilderen, mijn dag is toch boordevol en ik slaap een loodzware slaap. Wekenlang is mijn maag van streek geweest, gevuld met zenuwen en een beetje verkeerd of helemaal geen voedsel. Mager? Dat ziet geen mens, want er groeit een zware baard overheen. Geen drup sterke drank door de week, alleen zaterdag ‘s avonds enkele whiskyes. Mis het wel een beetje! Te duur.

 

Morgen of overmorgen schrijf ik wat aan pa en mams Rovers. Zeg ze dat ze van harte welkom zijn en dat de kans op goed weer hier, vroeg in het jaar, groot is.

 

 Lieve Jorien, kom wanneer jij kunt en zin hebt en schrijf me hoe je het maakt en hoe het op de boerderij is, over Linssen, Joris en de kat. Ik ben zo aan het inrichten geweest dat ik nog geen enkel idee heb hoelang ik hier zal blijven. Mijn enige wens is dat ik me zal kunnen concentreren en met grote intensiteit aan het werk te gaan. Dag Ron

 

 

 

bottom of page