top of page
 
Brief no. 10 

 

Crevenish 1967 - Voor Jorientje

 

Drink cognac en hoop een beetje zat te worden, lekker wat schrijven hoe het hier gaat, over onze gelukkige en ongelukkige uren, de moeilijkheden om te concentreren, de warmte en kilte van deze lieverds. Ze hebben het fijn, doen weinig, scharrelen, eten, drinken wat. Pa fluit, krabbelt stiekem op een blocnote, mams schrijft jou en ik wil dat ook. Ze gaan nu, met petroleumlamp, naar bed. Mijn baard geaaid, welterusten en het was een fijne dag. Eigenlijk niets gedaan, alleen in de zon gezeten, gevist, gejaagd. Ben ik blij met ze?

 

Nee, eerst over je brief, je zit niet lekker hè, nooit geschreven over die knobbel, nooit over de fijne kritieken op je tentoonstellingen. En Hoe Is Het Beeld?

 

Hoor gepraat in een andere kamer van mijn huis; halve zinnen, mensen die naar bed gaan.

 

Morgen probeer ik een portret te schilderen, alleen vorm maken, de vorm van mams, moet blauw gebruiken, rooien heb ik geprobeerd. De ‘figuur in bed’ hangt nog steeds, weet niet. Kom er niet in.

 

Begrijp je dat het vreemd voor me is mams en pa bij me te hebben; 2 zeemeermensen, half vader, half moeder, half vis. Ik rijd ze rond door Connemara, een land dat nerveus trilt, beweegt, drijft. Pa zijn ogen vallen toe, even later mams, kan hun ouderdom niet aanvaarden, wil ze meenemen. Pa verliest een laars in het moeras, hoor zijn hart bonzen, kom mee, hoeft niet, flinke vent. Voel een betonnen muur, verheug me te praten over mijn werk, vlakken, vormen, onwaarheden, opnieuw proberen, aan de kant mieteren en je ziet weinig bromfietsen, sla dicht.

 

Och Jorientje, gelamenteer, vervelend? Schrijf gewoon maar, mompelen, weg zijn in de ongegeneerde schoonheid van mijn landschap, zie ik er méér in? Kom eens kijken, laat die rotte opdrachtjes, ga d’r uit, dan maken we hier fijne dingen.

De gladiolen bloeien, de mullet springt een meter boven het water, ik zag een zeehond en een geweldige roerdomp. Zijn een beetje opgelucht over Israël. De spanningen spitsen zich ook bij mensen toe, bij Frans, bij mijn broer Tim.

 

Twijfel aan de waarheid van het schilderij. Zie Pa werken, zie mijn werk, schommel tussen mijn boze mensen, little people en witte vlakken. Mams slaapt, mijn kuikens zijn stil. Niets geschoten vandaag.

Schrijf gek, komt er ook niet op aan of ik volzinnen maak, omdat ik me voel als een mitrailleur, stotend, hortend.

 

Zal met Frans een film maken over eilanden, witte naakten, kabouters en de boze wereld waarin mensen elkaar kwaad doen, de duizenden grijzen, (Pa slaapt nu ook), bloemen, dieren, muziek en stilte. Daaag. Slaap heel lekker.

 

Dolle wereld: schiet 2 grote vissen uit het water, mams koestert het gele kuikentje dat op een haartje na dood is, wij staan er als doodskist omheen, ga het eiland op en mol een haas. Dit godverdommese weekhartige omspringen met dieren. Toen ik dat beest doodde mompelde ik, ‘oh god’ en jankte als een kind. Flauwe kul. Sorry Jorientje.

 

Pa heeft mooie gouaches gemaakt. Heel stiekem groeit zijn stapeltje en wat ik niet aan hem gezien had, hij ziét het landschap van Connamara, dat kale nerveuze steenlandschap, hij heeft het helemaal te pakken. Ben hier gestopt voor 4 dagen, waarin we een grote tour door het westen van Ierland maakten en begon met het overrijden van een kip, de druppel die de emmer………….. en mams haar ogen schoten vol en ze werd dagen aaneen geconfronteerd met leven en dood. Meer dan1000 km gereden in het Renaultje, met pa naast me. We zagen veel, niet getekend, orden nu mijn gedachten of ik zal vertellen over wat er werkelijk gebeurde en wat er niet gebeurde. Het draait zo om deze heer zelf, over brokken van verdriet in mijn keel, telkens als ik probeer met ze te praten, ‘s morgens bij een ei en thee, raak ik ze niet en mis, mis mijlenver. Een woord in mijn hoofd: Lethargie. Weet ik wel wat het betekent?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Prachtige landschappen, volop, ogen die zich met slaap vullen! Kan geen contact met ze krijgen. Wil geen woorden schrijven over wat ik meemaak, ik vertel het je wel, het is nu te vers.

Portret van mams is -------- klaar. Weet het weer eens niet. Mams was er ondersteboven van en pa trots. Ja ik laat het maar hangen tot jij het ziet. Je maakte heimwee bij me los met je fotoos.

Jorien wat is dat beeldje van de kerel in die stoel godvergeten goed, prachtig van ritme, vorm, spontaniteit. Sodemieter, hartstikke goed! Je brief is vrolijker dan de vorige, maar lijkt een visschub. Ierland is ver weg.

De zon heeft een week gebrand. De watertonnen zijn leeg.

 

Is zondag nu, terug van de Faddens die ik naar de mis heb gebracht en waarmee ik gisterenavond bier gedronken heb. Zet die traditie voort. Mams schildert buiten, pa slaapt en al met al voer ik geen flikker uit. Heb geen zin om landschap te schilderen, begin volgende week aan een nieuw ‘portret van mams’.

 

Vroeg Anton (gaat naar Parijs) een reproductie van het schilderij van Sarah Bernard mee te brengen, misschien herinner jij je dat, het hing in het Petit Palais, verscholen achter ceramiek van Picasso, heel groot en lelijk met veel mogelijkheden.

 

Probeer jouw beeldje te schilderen.

 

Het ‘Naakt als kruipende indiaan’ is gesneuveld in een hinderlaag, linderhaag.

 

Dit ‘portret van mams’ was de eerste keer dat ik hier naar model schilderde en het helpt reusachtig. Je hebt houvast! Wil jij ook voor mij poseren als je komt?

 

De Contra heeft oud werk van me geweigerd onder het motto: ‘we laten ons niet afschepen’. Hoop op betere tijden. Enkele tekeningen hangen in de Philips schouwburg Eindhoven, waarvoor die hele dierbare vader van me allemaal zorgt. Fijne vent.

 

Daaaaag, lieve Jorien, ik ga hem nu schrijven en bedanken voor zijn goeie zeurg. Werk lekker. Groeten van pa en mams en liefs,

Ron.

 

 

 

bottom of page