top of page
 
Brief no. 8  

 

Crevenish 1967 - HOY

 

Hoy, een heerlijk vuur, de lampen suizen, vlakken goud op eilanden. Punt zetten achter deze dag. Zit je al op Ierse kolen? Kom maar! Ben dagen bezig geweest met een ‘witte figuur bij wit stilleven’, dacht het schilderij van mijn leven te maken, alleen moest de figuur wat sterker, minder gedetailleerd, wist dat het niet mogelijk was en heb uiteindelijk de aftocht moeten blazen. Jammer, het was briljant van kleur, transparant, bordeauxrooien, hele plotselinge witten.

 

‘Landschap’ gemaakt. Al mijn schilderijen lijden aan hetzelfde euvel: in te weinig licht geschilderd en omdat ik tonen probeer te maken in honderdsten waarden valt het in vol daglicht uit elkaar. Wat doe je met vogeltjes die geen daglicht kunnen verdragen? Vertroetelen?

 

Moet mijn schildersezel verplaatsen.

 

Terug van de jacht en van mijn stoel. Jaag op eenden en op coljoe, nog niet één geschoten. Ze zijn ongelofelijk slim, net buiten schietbereik maken ze een grote boog en zien mij eerder dan ik hen. Sluip voetje voor voetje over het eiland, vergeet alle mislukkingen en geniet. Duizenden kamperfoelies maken van het eiland een geurende kathedraal en in enkele luwe weiden fladderen de leprechauns van paddestoel naar paddestoel. Iedereen praat over die paddestoelen, want Crevenish is er bekend om. Voor de eetbaren is het denk ik nog te vroeg (een soort weidechampignon.) Misschien zijn ze net gaar als jij er bent. Heb gisteravond mijn goudsbloemen overgeplant in de border om de worteltjes meer ruimte te geven, hoewel ik die eet voor ze rijp zijn.

 

Ga je nog even in Eindhoven langs voor je komt, wat vertellen, kijken hoe Piep en zij er uitzien? Wat doe je met jouw poezen? Ik zal zorgen dat jij je hier niet ontheemd voelt.

 

Woensdag. Paddy bracht je brief. Fijn! Zatlap! ‘t Is heerlijk hè om tegen jezelf te donderen, spiertjes open trekken en kijken of er wat in zit. Ben erg blij met je brieven, ik geloof wel dat je eerlijk bent, je schrijft als door glas en ik kan je best een beetje zien.

 

Na de mislukkingen van gisteren voor het eerst sinds maanden niet gewerkt en toch thuis gebleven. Veranderde het atelier, de ezel van noord naar zuid, het zal moeilijker werken worden omdat het glimt, maar in deze hoek heb ik meer licht. Gezellig zo’n dag rommelen! Het atelier is knus gemaakt, tafel voor het raam, kijken naar meeuwen, zeilboten, blauwe reigers dromen, schilderijen zien. Even niet haasten. Overal bloemen gezet, gepoetst en getimmerd. Jij komt toch geen grote inspectie houden? Of zo druk dat je niet kunt komen? Het is 4 uur en nog een heldere zonnedag, ik heb een druppie in huis en dat ga ik nu inschenken. Amsterdamse Appie en linke Harry geven me een dreuge lever.

 

Och, Frans en Marij ken ik al 10 jaar en het is daar heerlijk televisie kijken en als je ziek bent, je door Marijke laten troosten. Erg selfish hè. Ze zijn lief en zoals je weet voor mij erg ontspannend.

 

Heb behoefte aan een goeie film, maar die zijn niet of bijna niet te zien in Dublin. Antonioni, Godard, Fellini, Japanners, dat kaliber past niet in het Ierse katholieke (oh god) censuurgeweer. Als jij ze arm houd, zal ik ze mak houden zei de pastoor tegen de fabrieksdirecteur. Minimumloon bestaat niet in Ierland, met alle gevolgen van dien. De steuntrekkers krijgen f50 – per week (getrouwd en met kinderen)

 

Mijn kippen? Groeien voorspoedig! Denk dat de bruine een zwaan wordt. Nee ik ben niet dronken. Ken je vroege schilderijen van Ben Nicolson, witte collages, reliëfs van witten, prachtig hè.

 

Ga langzamerhand weer geloven dat kunst schoonheid is, geen lesgeverij, geen zedeprekerij, stille uitgekristalliseerde schoonheid. In Subud wordt dat vergeleken met een theekopje dat je om en om moet spoelen, alle theebladeren weg, totdat je schoon water kan schenken. Deze mensen (die in Subud zijn) zeggen dat het jaren van fysieke onpasselijkheid kost voor het zover is. Op de boerderij tussen de boeken staan enkele Bres-Planéte’s en in no. 3 of 4 staan, meen ik me te herinneren, enkele goede dingen door en over Krisnamurti.

 

Het fijne bij Linssen is dat hij niet aanwezig blijft, hij dondert dikwijls dwars door je heen, maar spant geen netten. Was eens op leven en dood aan een ‘portret van mam’s bezig, hij vertelde even hoe het wel moest en zei: ‘ik mag lijen dat je onder je ezel neervalt’. Bam! Erg goed!

Kan me je ‘vogel-plant-konijnmens’ heel goed voorstellen. Ben je boos als ik meer in je ‘evenwichtsbeeld’ geloof? Ze zien daar allemaal geen barst van. Maar het is eens van de fijnste beelden waar je aan bezig bent geweest. O zo.

Mijn rol linnen was opgehouden door de douane. Heb naar Dublin gebeld en verwacht het nu of morgen. Voor ik bericht kreeg van dit presentje, een brief gepost naar die ouweheer voor wat geld. Een beetje veel op een hoop hè?

 

Ja, als we tijd en geld hebben gaan we via Schotland terug. En misschien kun je het tentje van Hans en Hanneke lenen? En dan mijn bekende vragenliedje: wat jonge en zware, een tube gebr. omber en wat titaanwit, gas voor mijn aansteker en vuursteentjes. Nou, da’s een heleboel. Sorry hoor.

 

Er komt een boot aangeroeid, waarschijnlijk Paddy die me oppikt voor een biertje. Mooi einde van deze dag. Morgen knarsen de tanden weer.

 

Donderdag. Kreeg je snelle brief en weet het dus nu. Voor Schotland zien we nog wel hè? Moet je nog even over gisterenavond vertellen. Het was Paddy niet, maar Martin die me oppikte, omdat zijn vader zo graag op stap wilde. Vlug een brood gebakken (prachtig) en bij aankomst in het Fadden-huis liep iedereen nog in smerige kleren rond en Paddy zei geen boe of bah. De conversatie tussen hen beperkt zich toch hiertoe, of tot een heel lomp vraag- en antwoordspel: ‘Go to hell’, ‘dry up will yer’. Uiteindelijk gromde er diep in Paddy’s tenen wat: ‘I ‘m lazy !’, aanhalingstekens sluiten. ‘Are you going?, vraagt Martin. ‘I’m not!’. Zit er dan als een uilskuiken bij, durf me er niet in te mengen. Nu is Joseph aan de beurt. Joe: ’Will ye go?’ Paddy geeft geen antwoord. Smoorheet in die keuken. Ma Fadden glimlacht en geeft me een teken dat Paddy zeker wil gaan. Joe: ‘Damned, yer drivin me up the wall, will yer go for heaven’s sake, or will ye not?’. Paddy kijkt hem stomverbaasd aan, begrijpt hem dan en zegt categorisch: ‘I’m not going’. Stel dan voor om samen met Joe dichtbij wat te drinken, zodat ik tijdens eb weer in kan lopen. We staan bij de deur en zeggen gedag en plots vraagt Paddy of we zijn vrouw mee willen nemen. Natuurlijk. Zij schiet naar boven voor een andere jurk en dan van de prins geen kwaad wetend pelt Paddy zijn sokken af en toont vetbruine tenen, om een ander even vet paar aan te trekken en zijn nette schoenen. Onderwijl dat hij zich scheert borstelt zij het vuil van zijn broekspijpen en zijn magere kont en na anderhalf uur soebatten, vervelen en touwtjetrekken zit de familie in het autootje. Het was half 3 ‘s nachts toen we thuis kwamen. Paddy was met geen stok uit de pub van dat hotel te krijgen en vanmorgen (want ik heb daar geslapen) na een korte ochtendgroet en dat het weer niet te slecht (not too bad) is, rekt hij zich uit en kreunt: ‘Oh, I’m lazy’. En het doden van de dag kan weer beginnen.

 

Met al heb ik er een ongenadige koppijn van overgehouden, zo, dat onder het werk me het klamme zweet uitbrak. In die tent gisteren was geen zuurstof, een muur van mensenwarmte en de drank te lauw.

Tommy Gibbons was er ook en wel in zo’n toestand dat hij er zich vandaag niets meer van herinnert. Als hij zo ver heen is en met je praat, draait hij zo dicht om je heen en sabbelt aan je oor alsof het een vers koolblaadje is. Zijn vrouw, Mazy, rood, kogelrond, gevuld met gin, huppelt gelukzalig en tongsmakkend achter ‘m aan. Prachtige Flora.

 

Tot 5 uur gewerkt, behoorlijk, en een lekkere nasigoreng gemaakt. Moet af en toe even naar buiten om te zien of er geen eend overvliegt. Moet toch voor voedsel zorgen. Sam verpest alles, als hij een geweer ziet, daast hij dol het hele eiland rond en verjaagt alles. Binnenkort jaag ik ‘m een lading lood in zijn lijer. Ben met een stilleven begonnen, witten. En een figuur, wit, komt een deur binnen, morgen zien of morgen brengen.

 

Brand een heerlijk vuur, waarvoor ik als grijze stokoude petemoei met benige handen mijn sintelberg nasnuffel en elke nog brandbare sintel doet d’oogjes glinsteren. Sta verstomd van mijn eigen huis, donders gezellig.

Daaag, slaap lekker.

 

Vrijdag. Heel langzaam en overdacht gewerkt aan de ‘binnenkomende witte figuur’. Het ‘naakt’ zit verbazend goed in vorm, ondanks dat het een krijtwit vlak is. Streep werkelijk alles weg wat niet hoogst en hoogst noodzakelijk is. De Idee is belangrijk, maar het schilderij ook, probeer ze te enigen. Ik kom in mijn werk verder deze tijden dan ik ooit had durven hopen of wanhopen.

 

Begin heel preuts, maar kwasten van 5 cm bij de hand, probeer vorm af te bakenen, scherp zonder verloop. Weet bewust bij dit vlak deze lijn nodig te hebben, kan een spontane lijn onderkennen en laten staan. Kleur is niet zo belangrijk, toon wel en toon is kleur. Gaat lekker. De mensen doen me weinig. Schaam me niet meer voor het werk waar ik aan bezig ben. Had ik maar meer energie!

De gebroeders Karamazov hebben me weer te pakken. Ben ik een Witte Iwan?, ‘teveel kost ons die harmonie, ons vermogen is te klein dat te betalen, de toegangskaart kan ik niet kopen en daarom geef ik mijn kaart terug’. Sorry hoor. Daaag, liefs Ron.

 

bottom of page