top of page
 
Brief no. 11 

 

Crevenish, zondagavond 2 juli '67

 

Lieve Jorien, hoy.

In mijn ogen wrijven, gedachten ordenen, denken aan die geweldige lappen vellen verjaardagsbrief, dank je, en die blommen van het perkje, en wat je aan het doen bent met ‘het evenwicht’, blij met de ‘Russen’ en ‘the Whispering land’, je knalgele sokken, blij met alles, en vooral dat jij komt.

 

Pa en mams zullen je de leuke dingen vertellen die ze beleefd hebben. Hoop toch dat het een fijne tijd voor ze is geweest, maar ik wil nooit, nooit meer zo dicht bij ze zijn. De voorlaatste dag knokten mams en ik vrijwel woordloos, totdat ik er misselijk van was en ook al was je er niet bij, toch werden er netten over je uitgegooid, je werd binnengesleept, bedild en bedisseld. Ze zitten ook te dicht op jouw huid! Moest een haat bedwingen die bloedrood werd. Stop! Ze zullen je vertellen over het afscheid en de boot, en de paarden, en niet over de dingen die ze voor me achtergelaten hebben en het geld dat ze mij gegeven hebben. Als ze jou zeggen dat ze het fijn gehad hebben dan moet je ze maar geloven.

 

Twee weken niets uitgevoerd, bijna niet aan werk gedacht. Kreeg van mams f.150.- ter afscheid en daarvoor 4 prachtige doekjes gebouwd, een heerlijkheid! Schoon wit linnen, spant als een trommel, rijkdom.

 

Terug op mijn eiland, ga ik weer op zoek naar werk. Alle deuren dicht gedaan, de Faddens het consigne gegeven: Rooymans is niet thuis, maar voor enkele weken naar Clare Island. De theepot opgescharreld en als de sodemieter duiken.

 

Begin morgen aan een ‘naakt’ en nog een ‘portret van mams’ en moet eindelijk eens beginnen aan ‘portret van een gestorven vrouw’, een opdracht.

 

Nieuwe pot thee, moet nog veel doen vanavond, eerst naar huis schrijven, want die donderse ouwe heer schrijft verdomd fijne brieven en ik weet er godverdomme maar een woord voor: ‘liefhebbend’. En hij zorgt voor me als een heel goeie vriend.

 

Daag, goedenacht, schrijf morgen, nee, het is nu woensdagavond geworden, was te moe om te pennen. Deze brief moet morgenvroeg met de post mee, anders duurt het te lang voor je ‘m hebt. Ben lekker aan het werk, kien alles uit, verdeel het nieuwe doek in gelijkmatige delen en breng de tekening precies over. Braaf hè? Weinig avontuurlijk en op safespelend, zei hij in zijn ‘grijs gestreepte’ vest.

Vanavond jouw vulcaniapot in gebruik genomen, heel chique en vond er nog wat hersenvoedsel (noten) en onmisbare kauwgom in. Gisterenavond toch even naar het vasteland gelopen, biertje gedronken (zo wee van thee) en in pikdonkere nacht terug naar mijn eiland geglibberd. Het tij was bijna een meter in, dus met mijn kleren in een bundeltje op mijn hoofd door de passage en heerlijk fris mijn nest in.

 

Gisterenmorgen verspeelde ik nog 2 uur door achter de koeien aan te zitten. Plotseling krijgen ze het in hun stomme (slimme) koppen van het eiland af te zwemmen en overal te gaan neuzen, kon ze niet tegenhouden en zag ze in de verte, op het buureiland Island Tagart, aan wal gaan. Mams zal je wel verteld hebben hoe ik dan stembandoefeningen doe. Die krengen hebben trouwens ook de toppen uit de fuchsia gegeten (het liefst eten ze in mijn tuin de jonge sla op) en ook de rozenblaadjes die ik je wilde laten zien. Ziedend.

 

‘Portret van mams’ weggeveegd, was te ongenuanceerd en ook nog te dichtbij. ‘Portret voor of van een kind’ is op een haartje na gevild. Vanmiddag het strand gejut en iets ongelofelijk moois gevonden, een vrouwentors in hardsteen, de randen ingepakt in okermergel, sleepte het meter voor meter naar huis (in de lijnolie gezet, en nu diep donkergrijs.) Een heel trots vrouwenlijf, wou dat ik het gemaakt had!

 

Kreeg van Tim uit Londen de nieuwste Engelse kunsttijdschriften, met een artikel over de Picasso tentoonstelling. Op een heel gedecideerde manier worden voor en tegen afgewogen: Enkele belangwekkende schilderijen gemaakt, rest is l9e eeuwse rotzooi, inconsequent: ‘It is a matter for regret that he, than whom no painter of our time is more reknowned, should not have realised the difference which cubism has made, - killing the professional artist dead and substituting, ‘le technicien de la pensée’. Trouwens de Fransen hebben een mooi woord voor al wat wij doen ‘trompe de l’oeil’ Bij nader inzien is dat Picasso-artikel, kan ook niet anders, door een Duitser geschreven.

Ben na het bezoek van pa en mams nu weer zover, dat ik alle trics, trucs en inderdaad trompe de l’oeil toepassen mag, het maken van voorstellingen op een plat vlak is toch besodemieterderij.

Over 2 dagen zal het wel weer over zijn. Ben nu te moe om verder te schrijven, het weer is heerlijk Iers, bewolkt, vlaag wind. Naddy wordt steeds tammer, en ik steeds mo e i e r. Daaaaag liefs ron.

(Hij begint boos maar eindigt lief, lief)

 

Vrijdagavond. Weer thuis na een tocht over het eiland, pittig weer en ik moest en zou op een eend knallen een halve kilometer ver in zee en knallen op mezelf. Kreeg jouw brief met twijfels of je ooit nog wat zal maken. En ik zou jou zo’n zelfde brief terug kunnen schrijven, volgepropt met twijfels, innerlijke en uiterlijke ijdelheden, gebrek aan conceptie, het persen om dan toch maar in godsnaam een product te hebben, de looiigheid, het vasthouden aan verworvenheden, het sparen van trouvailles, het zwalken van licht en open naar donkere in elkaar gekronkelde beelden, de trivialiteit, de botheid en het gebrek aan intelligentie. Wat doe ik hier in hemelsnaam, waarom ben ik hier en nergens anders? Knal, ik wist dat ik die eend niet kon raken, 2 seconden na het schot verhief hij zich op zijn staart in het water, liet een grote witte borst zien, schudde zijn vleugels droog, lachte vals en zwom rustig verder.

 

Is het vorig jaar ook zo moeilijk gegaan?

 

Had jouw grote warme blauwe das omgedaan, de zon vlijmscherp, en lach om 2 kwetterende vogeltjes die me een aap doen schrikken.

Eergisteren had ik een ‘liggend naakt’ klaar, groot, met een 5 cm brede kwast geschilderd. De lijst zat erom. Moest gisteren naar Westport en kwam laat thuis. Gespannen veranderde ik vanmorgen nog wat en voelde dat het een dooie mus was.

Welja, laat Margriet ook maar gaan schilderen dat is makkelijker dan mimespelen en je hoeft niet op je lijn te letten. Stommelingen. Ja, wij allemaal. Het gaat niet om het maken, aan het maken komt bijna niemand toe, maar om de weg die daaraan vooraf gaat, gaat het en die weg zet ons in de kou en dan ben je als Linssen een enge vent. Ook mijn vader vertrouwt hem niet en waarom niet? Omdat hij, voor hun botte hersens, nergens in past, omdat hij zich bloot stelt, kwetsbaar is en probeert niet leugenachtig te zijn. Maar je staat niet alleen in de kou voor anderen, maar godverdomme het meest voor jezelf, je kotst en braakt van jezelf, je verzint smoesjes, je pikt even de draad op, maar laat hem als een gloeiende kool uit je vingers flikkeren. Oh god Jorientje, je zou 5 levens moeten hebben, 5 patronen, in uiterste nood van het klif afdonderen en steeds merken dat alles waardevoller, intenser met minder kansen is geworden. Je zou alle onbelangrijkheden aan de kant moeten gooien.

 

Weet je, vaak als ik op de uiterste punt van het eiland sta zo hoog boven de zee, en het water en andere eilanden staan als een muur om me heen, dan zou ik als een kanonskogel willen springen en dan zachtkens vliegen. Och, daag, het gaat al over, maar je wilt wel eens weg hè.

 

Het geld van Linssen heb ik ontvangen en ik hoop dat ik nog wat krijg (zeitie), want ik ben er dolblij mee.

De Persil waarmee ik nu was, wast witter dan het vorige pak Omo en is ook nog vlugger droog, of doen de meeuwen dat met hun vleugels, wanneer ze als jaloerse krijsende kinderen over den kerel zijn schone (witter dan hun lijven) ondergoed scheren.

Lees 2 regels in jouw Carmiggelt en een lach borrelt in mijn buik. Paddy heeft zijn koe gemolken en komt even een sigaretje bij me roken.

 

Och, lieverd misschien gaat het morgen voor ons allebei beter, het is soms een kwestie van een streep, of een klont klei die tegen je zegt: ‘kijk dan, het is nog maar een millimeter’. Maar je moet wel steeds je hoofd en handen in oefening houden.

 

Probeerde al verschillende malen een ‘zelfportret in een bolle spiegel’ te schilderen of aan tafel of in bed. Gaat nog niet, maar ik wil het erg graag. Alles komt op je af, je bent verloren in de ruimte.

Zaterdag. 2 Schilderijen hangen. Een ‘liggend naakt’ (waar ik opnieuw aan begonnen ben) en een ‘portret van een speelgoed haasje’ (heel klein en ik ben er gek op.) Het ‘naakt’ in grijzen, zwarten en tonen wit. Zal eraf blijven. Het is wat je noemt een stevig schilderij, met nog geen moker in elkaar te timmeren, ben er wel een beetje blij mee. Nu ga ik ‘witte interieurs’ schilderen. Daaag.

 (1 Uur later. dat ‘naakt’ is niet mijn beste schilderij, het is teveel een ‘naakt’, but it will do for a start.) Ondanks de armoe ga ik een pilsje drinken, heb het verdiend. Daaaaag, liefs

 

bottom of page